Vader smeet de salontafel tegen de muur omdat zijn zwangere vrouw alleen maar aandacht voor de kinderen had

Quinten, een veertigjarige zzp’er in de bouw, geeft zoveel informatie over zijn persoonlijke omstandigheden dat de feiten waar hij van verdacht wordt (vernieling salontafel en mishandeling zwangere vriendin) steeds verder op de achtergrond raken. Het begin van deze strafzitting heeft zodoende wel wat weg van een praatsessie bij de psycholoog.

Op rustige toon, met een zwaar Brabants accent, vertelt de in een groen trainingspak gestoken verdachte dat hij onder enorme druk van opdrachtgevers staat en meer dan zestig uur per week werkt. Hij is kostwinner van een gezin van nu bijna vier kinderen. De oudste twee hebben een andere biologische vader. Om zes uur ‘s ochtends staat hij op, ‘s avonds is hij pas na achten klaar. Om in die spaarzame uren nog te kunnen ontspannen en slapen, heeft hij een adres elders. Dinsdag 8 juni 2021 was hij eindelijk weer een dagje vrij. Aanvankelijk goedgemutst besloot hij zijn vriendin te bezoeken, die volgens hem in een geheel andere bui was.

“Haar hormonen” hadden volgens Quinten een groot aandeel in de ruzie die volgde. Het korte samenzijn escaleerde toen zijn vriendin bits liet merken even geen tijd voor hem te hebben.

Politierechter: “U was na dagen hard werken dus toe aan wat aandacht van haar.”

Verdachte: “Ja, en toen botsten we. Ik liet mezelf een beetje gaan. Die tafel ging tegen de muur. Ik voelde me zó in de steek gelaten. Noem het maar aandachtstekort, edelachtbare. Ik had het niet moeten doen. Ik schaam mij er nog steeds voor. Mijn vriendin heeft mijn excuses aanvaard.”

‘Die tafel’, zo houdt de rechter Quinten voor, is de salontafel die hij met grof geweld tegen de muur kapot smeet. Het glas water dat erop stond miste hun baby op een haar na, maar die werd wel nat. De zoon van acht vluchtte het huis uit, alarmeerde iemand op straat en die belde de politie. Volgens zijn vriendin bleef Quinten maar schreeuwen en rende hij haar achterna in het huis. Toen Quinten haar eenmaal te pakken had, duwde hij haar ruw een kast in. Ze liet de politie foto’s maken van striemen en krassen op haar borst. Letsel dat pijn deed.

Verdachte: “Zo is het niet gebeurd! Ik heb haar niet aangeraakt. Ik hoor nu dingen die niet het geval zijn, maar waar ik wel mee wordt geassocieerd. Dat vind ik niet passend naar mij toe.”

Vandaag, op 30 september 2021 in zittingszaal I van de rechtbank in Den Bosch, is de relatie volgens Quinten weer helemaal goed. “Ik was gister nog met haar.” Ze heeft geen aangifte gedaan. Dat hij toch terechtstaat, komt omdat het OM besloot tot “ambtshalve vervolging”. Het gezin staat onder toezicht van de Raad voor de Kinderbescherming en daarmee voert Quinten naar eigen zeggen goede gesprekken, al heeft hij wel een huiswerkopdracht gemist volgens de officier. Maar die brief, zo beweert Quinten, heeft hij nooit gezien. Waarschijnlijk bezorgd op het adres van zijn vriendin waar hij ingeschreven staat en hij de post niet zo goed checkt.

Het woord is aan de officier van justitie. Hoe verklaart u het letsel, wil hij van Quinten weten.

Verdachte: “Ik weet niet waar dat vandaan komt.”

Officier: “Uw vriendin was op dat moment zwanger. Ze had een baby op de arm. Hoe kan het gebeuren dat u zich op dat moment zo liet gaan?”

Verdachte: “Dat heb ik toch net al aan de rechter uitgelegd? Ik had veel stress. Ik heb spijt dat ik me zo heb misdragen. Ik had veel werk aangenomen, overeenkomsten gesloten waar ik me aan moest houden. Ik heb gewoon te weinig rust gepakt, raakte overspannen en depressief. Ik deed alles om goed te kunnen werken, maar had daardoor te weinig tijd voor mijn gezin.”

De rechter wijst op een e-mail in het dossier, waaruit blijkt dat zijn vriendin met hem verder wil. Wel waren er zorgen over de veiligheid van de kinderen. Zorgen die opgepakt werden door de gemeente en Veilig Thuis, het advies- en meldpunt voor onder meer huiselijk geweld. Inmiddels hebben zij, na gesprekken met Quinten en zijn vriendin, het dossier naar ieders tevredenheid afgesloten.

Politierechter: “Wat ik me wel afvraag. Stel, u komt weer in een situatie waarin u zoveel stress ervaart over uw werk en even aandacht van uw vriendin wil. Wat dan?”
Verdachte: “Dan ga ik naar mijn eigen woning toe en laat haar met rust.”

In Quintens ‘uittreksel justitiële documentatie’, in de volksmond strafblad, staat dat hij in 2020 veroordeeld is voor belediging en in 2015 voor mishandeling. Voor dat laatste zat Quinten een tijdje vast. Zaken die de officier van justitie niet uitgebreid oprakelt, maar toch even genoemd wil hebben. In zijn requisitoir, ook wel aanklacht genoemd, vertelt hij dat uit het dossier “een enorme spanning blijkt”. Dusdanig dat het slachtoffer minutenlang vreesde dat ze geslagen zou worden. Uiteindelijk bleef het bij duwen en trekken, maar wel met striemen en krassen tot gevolg. De zwangerschap was op dat moment al in een ver stadium, benadrukt de officier. “De buik was hard. Voor hetzelfde geld ontstaat er dan een miskraam. Ze had bovendien een baby op haar arm. Ook al heeft mevrouw geen aangifte gedaan, het is wel duidelijk dat meneer zichzelf niet in de hand heeft. Hij ging helemaal door het lint. Hoewel de relatie nu enigszins rustig lijkt, blijven de zorgen over de toekomst onverminderd aanwezig.”

Waar Quinten eerder nog voorzichtig protesteerde tegen de voordrachten uit het dossier, is hij nu een en al oor. De officier van justitie rond af en is toe aan de formulering van de strafeis. 

Officier: “Het slachtoffer heeft niet gevraagd om een contact- of locatieverbod. Wat mij betreft komt er nu een streep onder deze zaak. Daarom eis ik geen onvoorwaardelijke celstraf, maar een voorwaardelijke van één maand met een proeftijd van twee jaar. Misdraagt meneer zich nog eens, dan meteen naar de gevangenis. Dat is dan blijkbaar de plek waar meneer moet afkoelen. Ik hoop dat hij zijn verantwoordelijkheid neemt als vader.” Ook vordert de officier een taakstraf van tachtig uur. Voert Quinten die niet uit, dan veertig dagen vervangende hechtenis. 

De advocaat van Quinten, die gedurende de gehele zitting geen gebruik maakte van zijn recht om vragen te stellen, gaat nu staan voor zijn pleidooi. “Het gedrag wat in het strafblad van mijn cliënt staat, heeft hij nu ver achter zich gelaten. Tegenover u staat een hardwerkende man die er financieel wil zijn voor zijn gezin. Hij ziet in dat hij die bewuste dag uit de bocht is gevlogen en werkt sindsdien constructief mee aan wat hulpverleners van hem vragen. Ten aanzien van de feiten: een veroordeling voor vernieling van de salontafel ligt in de rede. Daar is een foto van gemaakt en dat kunt u bewezen verklaren. In de mishandeling is cliënt een stellige ontkenner. Het is ook moeilijk om de causaliteit tussen de krassen op de borst en zijn vermeende handelingen vast te stellen. Hier staan de verklaringen lijnrecht tegenover elkaar. Mijn cliënt zegt dat hij zijn vriendin echt niet heeft geduwd. Hier is onvoldoende wettig bewijs.”

Zo bezien is de eis van de officier van justitie wel heel stevig, redeneert de advocaat. “Met deze straf wordt geen recht gedaan aan het voornemen nieuwe spanningen te voorkomen.” Stel het gezin liever onder toezicht, adviseert hij. Dat zou veel constructiever zijn dan straf.

Het woord is aan de rechter. Ze vraagt om een moment geduld, omdat ze nog iets op moet zoeken. In die onderbreking, horen we alleen de griffier nog op een toetsenbord tikken. De rechter richt zich weer tot de verdachte. “Ik sluit het onderzoek en vertel u wat ik ervan vind.”

De vernieling van de salontafel acht de politierechter “wettig en overtuigend bewezen”, ook omdat de verdachte zelf erkent dat hij met dit meubelstuk in de weer is geweest. Over de vermeende mishandeling is ze eveneens stellig: “De politie kwam ter plaatse na een melding van uw zoontje. Zijn moeder verklaarde dat ze door u ruw in een kast was geduwd en liet meteen striemen en krassen zien. Een politieagent heeft daar foto’s van gemaakt. De tenlastegelegde mishandeling acht ik daarmee ook wettig en overtuigend bewezen.”

Wat is nu een passende straf, vraagt de rechter zich hardop af. “Ik vond het heftig om te lezen dat u zo uit uw dak ging, met jonge kinderen erbij. Uw achtjarige zoontje vluchtte de woning uit. Heftig dat uw zwangere vriendin dit moest ondergaan. Heftig en dus strafverzwarend. Ik luister ook naar wat u hier vertelt. U ziet in hoe het zo ver is gekomen. Dat u zich als een klein kind gedroeg. Het is goed dat u een eigen plek heeft. Zo kunt u dit soort situaties uit de weg gaan. In uw contact met hulpverleners, heeft u laten zien dat u graag wil dat het goed blijft gaan in het gezin. Maar het is wel heftig allemaal en ik wil niet dat dit nog een keer gebeurt.”

Het vonnis van de Bossche politierechter is gelijk aan de eis van de officier van justitie: tachtig uur taakstraf en een maand voorwaardelijke gevangenisstraf, met een proeftijd van twee jaar.