Wettig en overtuigend bewezen. Dat zijn woorden die de officier van justitie en rechter veelvuldig bezigen. Hiermee wordt bedoeld dat rechtspraak niet alleen om de waarheid gaat. Dat is te beperkt of juist te absoluut geformuleerd. Rechtspraak gaat om wat bewezen kan worden. Rechtvaardigheid betekent in deze uitleg dat schuldigen soms vrijgesproken moeten worden. Dan is de overtuiging er wel, maar voldoet het bewijs niet. Uiteindelijk moet een hoger doel gediend worden, ook al gaat dat ten koste van de rechtvaardigheid (of waarheid) in die ene zaak.